De Jonsered in originele staat
Dit is de foto op basis waarvan ik hem gekocht heb. Een kenner herkent het volgende: een draaiwiel voor de variabele snelheid, een ster-/driehoekschakelaar, een kruissupport, veel toebehoren, niet al te veel roest.

De afweging is dan uiteraard de prijs en de transportcapaciteit - past het op de aanhanger?

De variabele snelheid
Dit is de variabele snelheidsconstructie. Door de centrale as naar beneden te bewegen, wordt de riemspanning links groter, waardoor de poeliezijden van elkaar gedrukt worden en de doorsnede van de poelie kleiner. Rechts gebeurt het ongekeerde. Om te zorgen dat de riemen exact verticaal blijven lopen, wordt deze tussenas iets schuin versteld. Vandaar dat de scharnierpunten in de foto schuin zijn t.o.v. de as.
Een nadeel van deze constructie is dat de riem, doordat hij bij het verlaten van de poelie de riem steeds afwisselend links en rechts tegen een verhoging in de schijf aankomt, wat zal vibreren. Verder kan de snelheid alleen tijdens het draaien versteld worden. Voordelen zijn de degelijke constructie en het constante moment bij alle toerentallen. Deze constructie dateert de draaibank op rond 1940-1950, zie ook dit originele patient uit 1937 wat de toerenregeling bijna exact beschrijft: Change speed transmission US 2157758 A 1937. Een frequentieregelaar is pas na de introductie van de transistor ontwikkeld.
Een Zweed die via een foto van mijn houtdraaibank op een andere website bij mij terecht kwam omdat hij ook zo'n draaibank kocht, kon op basis van Zweedse documentatie uit mijn serienummer afleiden dat de houtdraaibank in 1944-1945 gemaakt moet zijn. Toen was zo'n variabele snelheid dus het neusje van de zalm en erg modern.

De oude lagerconstructie
Al snel viel op dat het lagerhuis aan de voorkant, boven het bed, onderdelen bevatte waarvan de werking me niet helemaal duidelijk was. Zichtbaar is zijn van links naar rechts een ring die het kogellager afdekt, een ring waarin het kogellager zit en een ring opgebouwd uit twee helften die weer tussen het lagerhuis en de behuizing zitten. Het leek de twee halve cirkels bedoeld waren om de riem te kunnen wisselen zonder het kogellager uit te bouwen, maar dat bleek toch niet mogelijk (ik sluit verkeerde montage niet uit). Omdat de as verder voorzien was van een exotische schroefdraad (M48x5), niet doorboord was en er geen beveiliging was tegen het losdraaien van opspanplaten van de as en ook geen ruimte om het te maken, ontstond al snel het plan voor een nieuwe as met een nieuwe lagering.

De nieuwe as
De nieuwe as - hier ligt voor zo'n 1000 euro aan ontwerp, materiaal (42CrMo4/QT), boorwerk (een bedrijf met een speciale langgatboor heeft over de hele lengte van 800 mm een gat van 15 mm door de as heen geboord) en draaiwerk van een specialist met een metaaldraaibank en freesbank. De kogellagers komen daar nog bij, net zoals al het gereedschap dat je toch nodig blijkt te hebben: haaksleutels, extra grote sleutels, doppen, momentsleutels, boren, tappen, vanalles.

De opbouw met het hoofdlager
Het hoofdlager is bedoeld om axiale en radiale krachten op te vangen, in de constructie is dit het vaste lager. Het is een SKF 5215E dubbelrijig hoekcontactlager, met een buitendiameter van 130 mm en een binnendiameter van 75 mm. Achter het lager zitten een afstandsring en 2 borgmoeren M75x1.5 met wat Loctite. De afstandsring zorgt er voor dat de borgmoeren van buiten de behuizing toegankelijk zijn - anders is vastdraaien lastig. Het is een gesloten kogellager, dus er hoeft nooit vet bij en er zijn geen smeernippels noodzakelijk.
De behuizing die het lager op z'n plek houdt kan zo het gat aan de voorkant van de draaibank ingeschoven worden en vast gezet worden. Het losse lager aan de achterkant is een volrollig eenrijig cilinderlager type NCF2914CV, met een binnendiameter van 70 mm en een buitendiameter van 100 mm. Dit is een wat apart model, maar het gat in de behuizing buiten is niet zo groot met 100 mm, en ik wilde de as niet dunner omdat ik aan de achterkant in ieder geval de mogelijkheid wilde om de schalen te kunnen draaien die boven het bed niet passen.

Het lagerhuis
Het nieuwe lagerhuis ingebouwd in de vaste kop. De as heeft een inwendige conus MK3, een uitwendige schroefdraad M45 volgens DIN 800 en een doorsnede van 70 mm (in het hoofdlager 75 mm). Het huis bestaat uit 2 delen, die samen het hoofdlager exact opsluiten. DIN 800 is een verouderde richtlijn, nieuwere grote houtdraaibanken hebben steeds vaker een bajonetopname. Maar ik had al toebehoren van een kopdraaibank met M45.
De richel in de as is voor de zekering, zodat bij sterk afremmen van grote stukken de vierklauw of opspanplaat niet los komt van de as, omdat een gedeelde ring deze accesoires aan de as vastklemt (zie een foto verderop).

De binnenkant van de vaste kop
De nieuwe poelieschijf in de vaste kop. Het was een schijf met 5 groeven (een standaard model met Taperlock adapter), die afgedraaid is naar 1 poelie en een remschijf. Daaraan rechts vastgebout is een verdeelschijf met 60 gaten.
Rechts 2 reserveriemen, zodat ik 2x een riem kan wisselen zonder de as uit te bouwen, ik was bang dat de variabele snelheidsconstructie meer riemenslijtage met zich mee zou brengen. De bandriem is tegenwoordig ook niet meer standaard, nu wordt meestal op de frequentieregelaar geremd, maar ik heb hem toch vernieuwd met een nieuwe stalen band en nieuwe remvoering van een webwinkel die zich specialiseert in de restauratie van oude tractors. Hij is, net als het origineel, vastgezet met bronzen boutjes.

De nieuwe motor
De nieuwe elektromotor is een stukje Hollands vakwerk van Rotor. Het is een motor met 3 kW/4 pk met een normale snelheid van 900 toeren per minuut. Dat is iets langzamer dan de oude motor, die met 1400 toeren liep omdat ik verwacht vooral met lage snelheid schalen te maken en dus het draaimoment bij lagere toeren belangrijk is. Voor de inbouw heb ik de lagers vervangen, zodat ik voorlopig probleemlos kan draaien.
De volle 3 kW van de motor wordt met houtdraaien vrijwel niet benut, maar wat reserve zorgt er waarschijnlijk voor dat hij heel lang meegaat.

De proefverbinding tussen vaste kop en bed
Achter op de foto de 2 gaten waarmee het bed aan de vaste kop bevestigd was. Aangezien de afstand tussen de 2 gaten exact 100 mm was, leek het mogelijk om het bed exact 100 mm lager te bevestigen, dit is een proefopstelling met wat houten balken. De voorste houten balk heeft 2 bouten waar het bed aan vastgeschroefd zal worden, de achterste 2 bouten waaraan de vaste kop vastgeschroefd zal gaan worden.

De verbinding tussen vaste kop en bed
Twee stukken staal van 50x50 mm bij een lengte van 300 mm. De nauwkeurigheid was, volgens de verkoper, h9 - dat leek me vlak genoeg. Bovenin 2 doorgaande gaten van 16 mm naar de vaste kop, onderin een getapte M16 opening. Dat klinkt simpel, maar betekent ook de aanschaf van een boor van 14.0 mm, een tapset van 16 mm en een groot wringijzer voor die tappen. Gelukkig had ik al een kolomboor die 16 mm boren gemakkelijk vindt.

taps toelopende pennen
Taps toelopende pennen (volgens DIN 1, de allereerste norm) kopen iets taps toe en worden gebruikt om 2 objecten exact aan elkaar vast te maken. In de schroefgaten zit nog zo'n 1-2 mm speling namelijk. Voor die taps toelopende pennen bestaan ook speciale taps toelopende ruimers. Die blijken, voor een taps toelopende pen van 10 mm, dan wel aan de dikke kant 14 mm groot te zijn, zodat ze niet in een handboormachine passen en eerst weer langs een metaaldraaier moeten om afgedraaid te worden - daarom kost restaureren een hoop tijd.
de uiteindelijke verbinding tussen vaste kop en bed
Na het uitlijnen, waarbij ik een machinewaterpas en een krik gebruikte om de as en de pinole van de losse kop correct op elkaar uit te laten komen, wist ik in welke positie het bed exact vast moest. Daarna heb ik dus de gaten voor de tapse pennen geboord en geruimd. Zo zit het uiteindelijk aan elkaar vast - de bouten voor de stevigheid en de taps toelopende pennen voor de exacte uitlijning.

de opgehoogde losse kop
Door het kopen van meerdere stukken van dit exact op 50x50 mm gefreesde staal was het ophogen van de losse kop zonder al te veel moeite mogelijk. Nadeel van het massieve staal is dat het gewicht van de losse kop naar 82 kg ging. Het schuift nog redelijk soepel (regelmatig bed schoonmaken met WD40 helpt!), maar niet met 1 hand. Verder zie je aan de bovenkant een hendel voor snelverstelling, aan de achterkant een draaiwiel voor de fijnverstelling. Het is tekenend voor de zwaardere constructie dat de pinole hier 60 mm doorsnede heeft (bij een Geiger met dezelfde centerhoogte is dat 40 mm). De originele pinole met MK4 is inmiddels vervangen door een nieuwe met MK4, zodat grotere boren zonder verloop direct, stabiel gemonteerd kunnen worden.

het handwiel
Er bestaan meer accesoires met M45x4.5 schroefdraad, ik heb er zelfs wel eens eentje in het wild gevonden, en dat is de basis van het handwiel geworden. Als ik aan de buitenkant wil draaien, kan het handwiel gewoon er af gedraaid worden. De houtsoort is iepenhout, een prachtige roodbruine houtsoort.
De oranje hendel is de vergrendeling die in de deelschijf met 60 gaten past om de as op een bepaalde positie vast te zetten. De kleur is expres, want het moet wel opvallen als de as vergrendeld is.

binnenzijde essen schaal
Hier is het allemaal om begonnen, een essen schaal van ongeveer 66 cm diameter. Die past niet op de Geiger.

buitenzijde essen schaal
Maar wat op de Gibas niet lukt, zonder losse kop, is hier kinderspel: het afwerken van de onderzijde door de open kant tegen een andere schaal in de vierklauw te klemmen. Rechts in beeld de afstandsbediening van de frequentieregelaar, met een schakelaar die links-uit-rechts om draaien instelt, een schakelaar die de snelheid van opstarten en afremmen instelt (4 seconden / 15 seconden, omdat je een heel groot stuk hout niet in 4 seconden wil proberen af te remmen), een draaiknop voor de snelheid en een digitaal display wat ik op het moment de stroom naar de motor laat weergeven. Zonder belasting draait de motor op 3x 1.5-1.6 A, met belasting stijgt dat soms naar 4-5 A.
kraan
Een flink stuk hout is zwaar; 80-100 kg is geen uitzondering voor een grote schaal. Daarom heb ik direct achter de vaste kop een zwenkkraan gemaakt van een dikwandige ijzeren buis (150 mm doorsnede, 8 mm wanddikte). Die is aan de azobe liggers onder de draaibank vastgemaakt, ik heb er een scharnier bestaande uit een 30 mm as in een 50x30 mm dikwandige buis op gelast en daar een stalen IPE profiel aan gemaakt, waaraan er een kettingtakeltje hangt om de stukken hout op de draaibank te tillen. Voor het soepele draaien zitten er vetnippels in het scharnier en heb ik onderaan een klein axiaallagertje gemonteerd.

De pinole
Een pinole met 60 mm doorsnede - dat geeft stabiliteit pur sang.

twee vierklauwen
Twee vierklauwen, merk Zentra maat 125 mm, zijn door een metaaldraaier speciaal aan deze draaibank aangepast. Rechts in beeld de gedeelde ring die voorkopt dat ze loskomen van de schroefdraad van de as als de as verkeerd om draait of er snel geremd wordt. De bekken (rechts, in de kleine doosjes) zijn speciaal gefreest zodat ze compatibel zijn met Vicmarc accesoires, maar de vierklauwen zelf zijn veel massiever dan alles wat Vicmarc te koop heeft.

een muntje blijft staan
Dit is de bedoeling van al die massa: tijdens het draaien van een groot stuk hout blijft een euromuntje gewoon op zijn kant op de draaibank staan.

Terug naar de werkplaats